De opsporing van de misdadigers die in het vorige verhaal, In de rotskloven van de Balkan, was begonnen, wordt voortgezet en Kara Ben Nemsi en zijn vrienden naderen nu het land der Skipetaren. Dit zijn de stammers van Albanese afkomst, die door de Turken de Arnauten werden genoemd en die zij om hun krijgshaftige hoedanigheden gebruikten als politietroepen door heel hun rijk heen, zoals de lezer van de vorige delen van deze reeks bemerkt zal hebben. Dat gebeurde min of meer volgens de bekende methode dat men van een gewezen stroper een goede jachtopziener kan makers. Geduchte bandieten waren de Skipetaren; in de mond van de burger op de Balkan was het woord Skipetaar' op zichzelf al min of meer gelijk aan een rover voor wie een mensen-leven een heel klein beetje waarde had!
Wij krijgen in de loop van het verhaal met een paar typische vertegenwoordigers van deze beruchte mensensoort het nodige te beleven. Het is een geluk voor de onvermoeibare speurders dat de struikrovers beter hun vuisten en strijdbijlen dan hun hersens weten te gebruiken; als het op verstand en overleg aankomt, worden Kara Ben Nemsi en zijn pientere kleine hadji door weinigen overtroffen. Het zal ook hier menigmaal blijken dat slimheid het wint van geweld, ofschoon onze onverschrokken held, als het zo voorkomt, ook wel een partijtje worstelen met zijn tegenstanders aandurft.
Voor het overige gaat het verhaal door in dezelfde trant als in het voorafgaande boek. De schrijver weet onder de hand een massa interessante bijzonderheden over land en volk mee te delen. De Balkanese toestanden geven in rijke mate aanleiding tot een humoristische beschrijving van de kluchtigste situaties. Het relaas van de `heimelijke overval' die de politietroepen van een dorpsburgemeester gaan ondernemen op de gevreesde bandieten (die ondertussen voor de veiligheid van de dappere manschappen tevoren gewaarschuwd worden!), waarbij de optrekkende schare wordt aangevoerd door een `orkest', waarin trommel en schuifbazuin gitaar en viool begeleiden! Of van de officiële arrestatie van de vier reizigers door een groep gewapende politiemannen die tevergeefs hun hersenen afpijnigen met de vraag hoe zij dit sterke stuk moeten klaarspelen . . . deze en andere gebeurtenissen zijn zo oerkomisch, dat de schrijver hiermee wel toont dat hij over de humor niet minder dan over de fantasie beschikt.
Auteur: Karl May
Jaartal: 1963
Druk: -
Uitgever: Uitgeverij Het Spectrum - Utrecht
Aantal Pagina's: 367
ISBN Nummer: -
Conditie: goede staat
Goede staat:
- Boek is gelezen, maar heeft geen serieuze beschadiging of duidelijk waarneembare slijtage
- Er is niet in geschreven
- Een eventuele stofomslag is niet noemenswaardig beschadigd
- Pagina's kunnen vergeling en/of stofsporen hebben